Typische wijn van tufstenen bodem

De Vesevo Greco di Tufo is een wijn uit de wijnstreek Campania in Zuid-Italië bij de stad Napels. Misschien wel de meest speciale witte wijn van de regio is, voornamelijk gemaakt van de druivensoort die zijn naam deelt. De naam Tufo verwijst niet alleen naar een van de dorpen waar de wijn vandaan komt, maar ook naar het soort bodem waarop het dorp en de wijngaarden zijn. Bekend als tufsteen in het Engels –  het is gemaakt van as die tijdens een uitbarsting wordt uitgeworpen en vervolgens verdicht. een zeer speciale luchtige bodem die stijf staat van de mineralen.

Allemaal interessant maar hoe is die Vesevo Greco di Tufo nou in het glas?  Dat willen we toch weten? De wijn is citroentjes geel van kleur met een heftige, aromatische geur van rijpe wit fruit als peren met honingzoete amandelbitters. Ook is een hint van lichte zwavel aroma’s aanwezig. Deze refereert natuurlijk aan de verweerde vulkanische grond waar de Greco is aangeplant. In de mond heeft deze wijn aroma’s van gele perziken en pruim en een duidelijk aanwezig  mineraal karakter. Daarnaast heeft ie een mond-vullende body en een goede lengte aan de finish. Echt een wijn met een heel eigen uitgesproken karakter. Doe is gek en bestel en flesje mee. Ook gebotteld in een leuke aparte kleine ronde fles.

Vulkanisch karakter

Greco di Tufo-wijnen onderscheiden zich dankzij de unieke kenmerken van de zwavel- en tufsteenrijke vulkanische en kleigronden; men gelooft dat deze de wijn zijn typische aroma’s  en minerale complexiteit verlenen. De verfrissende, knapperige witte wijnen staan ​​bekend om hun aromatische tonen van citroenen, peren en geroosterde amandelen en een aanhoudende minerale afdronk. De wijnen zijn over het algemeen op hun best binnen drie jaar na botteling.  Ze zijn heerlijk bij vis van de grill met groene kruiden in de buik. Daarnaast gaan ze ook prima bij een schotel gebakken gebakken garnalen met knoflook en een klein scheutje Pernod.

Tufo Info

De Greco di Tufo-druif is een mutant van Greco Bianco geintroduceerd door de Pelasgiërs, een heel oud volk uit Thessalië in Griekenland. De wijnstokken waarvan Greco di Tufo-wijnen worden gemaakt, worden verbouwd op een hoogte van 450 tot 500 meter, waar de mildere temperaturen ervoor zorgen dat druiven kunnen genieten van de aanhoudende zomerzon zonder hittestress(zodat  hun fotosynthese wordt onderbroken en rijping stopt)  Hierdoor kunnen ze rijpen zonder al te veel zuurverlies te verliezen, een effect dat wordt versterkt door de hogere dagelijkse temperatuurvariatie hier.

De beste wijngaarden van Greco di Tufo zijn te vinden op de vulkanische heuvels van de provincie Avellino in het centrum van Campanië. Slechts acht dorpen kunnen legaal claimen Greco di Tufo te maken: Tufo, Montefusco, Petruro Irpino, Chianche, Torrioni, Altavilla, Irpina en Prata di Principato Ultra. De appellatie kreeg in 2003 de DOCG-status. De wijnen moeten minimaal 85 procent Greco di Tufo-druiven bevatten. Tot 15 procent van Coda di Volpe Bianca is ook toegestaan.